Als je werkt met jonge kinderen, bijvoorbeeld als leraar of pedagogisch medewerker, heb je vast weleens gehoord van Jean Piaget. Hij was een beroemde Zwitserse psycholoog die veel heeft betekend voor ons begrip van hoe kinderen denken en leren. Piaget verdeelde de ontwikkeling van het denken in vier fases. In dit artikel gaan we kijken naar de preoperationele fase, die plaatsvindt tussen 2 en 6 jaar.

Wat gebeurt er in deze fase? Hoe denken kinderen op deze leeftijd? En wat kun jij als professional doen om hen te helpen?

Wat is de preoperationele fase?

De preoperationele fase is een belangrijke periode in de ontwikkeling van een kind. Kinderen leren in deze fase anders naar de wereld te kijken. Ze gebruiken hun verbeelding steeds meer. Dit zie je bijvoorbeeld in rollenspellen. Een stok wordt een zwaard, een deken verandert in een superheldencape, en een kartonnen doos kan zomaar een huis worden.

Dit vermogen om te doen alsof noemen we symbolisch denken. Het is een grote stap vooruit vergeleken met de vorige fase, waarin baby’s vooral met hun zintuigen en bewegingen leren. Taalontwikkeling speelt hier ook een belangrijke rol. Kinderen leren steeds meer woorden en beginnen deze te gebruiken om dingen om hen heen te begrijpen.

Toch zijn er ook beperkingen in hoe kinderen in deze fase denken. Hun denken is vaak nog egocentrisch. Dat betekent dat ze moeilijk begrijpen wat een ander denkt of voelt. Als jij aan de andere kant van een tafel zit, zullen ze ervan uitgaan dat jij precies hetzelfde ziet als zij. Dit is normaal en hoort bij deze leeftijd.

Hoe denken kinderen in deze fase?

Kinderen in de preoperationele fase hebben vaak een levendige fantasie. Ze geloven bijvoorbeeld dat de maan hen volgt als ze buiten lopen, of dat een teddybeer verdrietig kan zijn als die op de grond valt. Dit noemen we animistisch denken: het toekennen van menselijke eigenschappen aan levenloze dingen.

Daarnaast richten kinderen zich vaak op één ding tegelijk. Dit heet centratie. Kinderen in deze fase hebben ook moeite met logisch nadenken. Begrippen zoals tijd, oorzaak en gevolg zijn nog lastig. Dit zie je terug in uitspraken zoals: “Het is ochtend, want ik heb ontbijt gegeten.” Ze begrijpen nog niet dat het ook ochtend is zonder ontbijt.

Hoe kun jij als professional hiermee omgaan?

Het begrijpen van hoe kinderen denken, helpt je om beter met hen om te gaan en hen te begeleiden. Hier zijn een paar praktische tips die je kunt toepassen:

1. Stimuleer spelend leren

Kinderen leren het beste door te spelen. Rollenspel, bouwen met blokken en knutselen zijn geweldige manieren om hun fantasie en denkvermogen te ontwikkelen. Laat kinderen experimenteren en ontdekken. Dit helpt hen om zelfvertrouwen en creativiteit op te bouwen.

2. Gebruik eenvoudige en visuele uitleg

Omdat kinderen zich vaak op één ding tegelijk richten, is het belangrijk om dingen visueel en eenvoudig uit te leggen. Gebruik plaatjes, speelgoed of fysieke voorwerpen om abstracte ideeën duidelijker te maken.

3. Wees geduldig en moedig vragen aan

Kinderen kunnen soms vragen stellen die voor ons simpel lijken. Toch zijn die vragen belangrijk voor hun ontwikkeling. Probeer geduldig te antwoorden en moedig hen aan om nieuwsgierig te zijn. Dit versterkt hun denkvermogen en hun zelfvertrouwen.

4. Help hen met empathie

Omdat kinderen in deze fase vaak egocentrisch zijn, kun je ze helpen om andere perspectieven te ontdekken. Lees bijvoorbeeld verhalen waarin personages verschillende emoties hebben, en praat er samen over. Vraag: “Hoe denk je dat hij zich voelt? Waarom is dat zo?” Zo leren kinderen langzaamaan om zich in anderen te verplaatsen.

Waarom is de preoperationele fase belangrijk?

De preoperationele fase is een tijd van grote groei en verandering. Kinderen leggen in deze periode de basis voor veel vaardigheden die ze later nodig hebben, zoals taal, creativiteit en sociaal gedrag. Ook al begrijpen ze de wereld nog niet op een logische manier, hun fantasie en verbeelding zijn juist hun kracht.

Voor professionals is het een mooie uitdaging om deze ontwikkeling te ondersteunen. Door een veilige, stimulerende omgeving te bieden waarin kinderen kunnen spelen, ontdekken en leren, help je hen om deze belangrijke fase optimaal te benutten.